Zaterdag 11 juni.
Iedereen is een beetje nerveus want vandaag hopen we in Santiago aan te komen. De route lijkt weer meer bergop dan bergafwaarts. Bij Monte de Gozo is goed te zien dat de paus hier eens was. Er is een nieuw standbeeld en de berghellingen zijn zo volgebouwd met lelijke flats en kantoren, dat vanaf deze beroemde berg de torens van de kathedraal in Santiago niet meer te zien zijn. Vroeger lieten de Pelgrims hier een traantje bij het zien van die torens. Tegen de middag bereik ik de pelgrimsherberg in het Seminario Menor de Belvis, slechts tien minuten van het centrum. Er zijn grote zalen waar wel 150 bedden zijn.
Ik kies voor een simpel privé-kamertje, omdat woensdag pas mijn vertrekdag is. In de middag is het in en om de kathedraal al behoorlijk druk. Op het grote plein staan vele tenten met jeugd, die een vredige actie lijken te houden. Er liggen en staan overal fietsen. De clubjes en clubs zijn herkenbaar aan hun uniforme T-shirts. Rondom de kathedraal zijn muzikanten en straatartiesten, die de sfeer verhogen.
In de kathedraal worden groepjes rondgeleid en sommigen huren een digitale gids met oortje. De biechtstoelen langs de kant worden nog volop gebruikt voor biechthoren. Voor aanraking van het gouden Jacobsbeeld achter het altaar, staan wel honderd mensen in de rij. Vele pelgrims komen rechtstreeks van de camino met rugzak en stok, om zoals de Duitse nonnen het zeiden: eerst de apostel begroeten. Ikzelf ga nu eerst naar het pelgrimsbureau om mijn pelgrimspaspoort te laten zien voor het pelgrimsgetuigschrift. Er staat een rij van 60 personen en er zijn 8 loketten. Een nummerindicator geeft aan naar welk loket de volgende pelgrim mag gaan.
Mijn pelgrimspaspoort wordt goedgekeurd en heeft een stempelrij van 1,70 meter, een uitzondering volgens het meisje aan het loket. De oorkonde is in het Latijn en wordt keurig in een koker verpakt, zodat het heelhuids mee naar huis kan.
Ik wandel weer over het grote plein voor de kathedraal en zie weer de Zuid-Koreanen en die komen naar me toe. Na een foto wil ik nu echt van hun af zijn en zeg dat de souvenirwinkel om de hoek bijna sluit. Later in de kathedraal is het nog steeds druk en de suppoosten roepen geregeld om stilte. Om 18.00 uur is er de Vormselmis en het kinderkoortje oefent al om 17.15 uur. Tijdens de Vormselmis met de Bisschop blijft het toeristisch spektakel gewoon doorgaan.
Vandaag 22 km.
Zondag 12 juni.
Op deze 1e Pinksterdag eens rustig uitgeslapen tot 07.30 uur, zonder geritsel, gestommel en vooral zonder gesnurk. In de kelder van het seminario is de eetzaal, tevens keuken en ontmoetingsplek. Er zijn automaten voor wat eten en drinken. Vele pelgrims zijn al op pad naar het centrum voor de H.Mis en aansluitend lopen zij door naar Fisterra, het einde van de wereld, zo’n 90 km verder. Ik ben 11.00 uur in de kathedraal voor de hoogmis om 12.00 uur. Men is al volop bezig met de voorbereidingen voor het zwaaien van het grote wierookvat.
Dit is de toeristische “ hoofd – attractie”. Om 11.15 uur wordt het grote wierookvat aangestoken, waarna het aan een katrol omhooggetrokken wordt door acht mannen aan een scheepstouw. Men geeft het een slinger en door het te laten vieren en weer op te hijsen ontstaat een slingerbeweging door het gehele middenschip van de kathedraal tot aan bogengewelf bovenin. Als de gehele kathedraal is gevuld met wierook stoppen de mannen met het touw en komt het wierookvat weer stil te hangen. Het kostbare grote vat wordt vervangen door een nagemaakt.
Daarna begint de hoogmis en nu gaan er meer mensen naar buiten als dat er binnenkomen. De Bisschop gaat voor in de hoogmis en het grote gemengde koor zingt werkelijk prachtig en met een volume, wat het geroezemoes doet verstommen.
Om 13.15 uur is de hoogmis afgelopen en buiten bots ik tegen Mike op, die ook vier dagen alleen liep. Hij is via het centrum op weg naar het Seminario voor een slaapplekje. Hij blijft ook tot woensdag, we hebben immers dezelfde vlucht naar Londen en kiest ook een privé kamertje. Hij krijgt kamer 330 terwijl ik 329 heb, wat toevallig weer. Hape, de calculerende Zwitser, kiest ook een privé-kamertje en komt net terug van Fisterra, het einde van de wereld dacht men vroeger. Als Mike geïnstalleerd is, gaan we het centrum weer in, waar het nu wemelt van de pelgrims en de locals omdat het immers Pinksterweekend is. Mike koopt weer een nieuw hoofddeksel en we drinken een biertje in de wereldberoemde Parador, het oude verbouwde pelgrimshospitaal, wat nu geëxploiteerd wordt door een van de meest exclusieve hotelketens van Spanje. We kletsen nog wat over de komende dagen: kunnen we nog naar Fisterra? Neen, niet lopende, want het is ongeveer 90 km.
Vandaag 5 km.
Wordt vervolgd, Mari van Geffen