Nederland bewaakt van september tot en met december 2014 met 4 Volkelse F-16’s het luchtruim van Estland, Letland en Litouwen. De drie Baltische staten hebben zelf geen jachtvliegtuigen. Andere NAVO-lidstaten nemen daarom de bewaking van het luchtruim voor hun rekening. Voor deze zogeheten Baltic Air Policing (BAP) taak leveren de bondgenoten om beurten jachtvliegtuigen.
Door de crisis in Oekraïne zet de NAVO meer militaire middelen in Oost-Europa in. Met de missie Baltic Air Policing treden de 28 bondgenoten gezamenlijk op als teken van saamhorigheid. De tijdelijke versterking is bedoeld om oostelijke NAVO-bondgenoten gerust te stellen. Die voelen zich door Rusland bedreigd. De Nederlandse steun bestaat uit 4 F-16-jachtvliegtuigen. De toestellen opereren vanuit Malbork in het noordoosten van Polen.
De F-16’s worden ook ingezet als Quick Reaction Alert (QRA). Dit houdt in dat de toestellen dag en nacht binnen enkele minuten kunnen opstijgen, om de oostelijke Europese grens te beschermen.
De 4 F-16’s die nu patrouilleren bieden niet alleen steun aan de oostelijke bondgenoten. Ze kunnen ter plekke ook oefenen met de Poolse luchtmacht en de AWACS-radarvliegtuigen.